Biografie Wouter van Dieren
De Springtijgangers zagen hem de afgelopen negen jaar op de kade van Terschelling staan. Met de handen in de zakken van zijn lange, bruine jas. Scherpe twinkelogen gaan schuil in de schaduw onder de brede hoedrand. Aan zijn voeten stevige laarzen. De man lijkt diep in gedachten over het Wad te turen, maar zijn hoofd draait op volle toeren. Dit is mister Club van Rome, de man achter de bekendheid van Limits to growth (Grenzen aan de groei), de founding father van de Nederlandse milieubeweging, de architect van het Waddenfonds en de Waddenacademie, de wetlands in het IJsselmeer (nu gerealiseerd als Marker wadden), spil in het convenant Tweede Maasvlakte, duurzaam ondernemer, spreker, musicus, kunstschilder en schrijver. Maar voor alles misschien wel Terschellinger. Wouter van Dieren. Hier op Terschelling is hij thuis. Hier leerde zijn oom Wout, bioloog, hem van de vissen en de vogels en de samenhang der natuurlijke processen. Hier klopt al een leven lang zijn groene hart.
Hier nodigde hij politici, ondernemers, wetenschappers en milieuactivisten uit om samen, in de snijdende ijswind op de Boschplaat, de morfologische dynamiek van Noordzee en Waddenzee te ervaren. Hier vindt hij de inspiratie en de rust en komen de ideeën die op het vaste land voor beweging zorgen en dikwijls school maken. Het beste bewijs daarvan vormen de honderden bezoekers van het Springtij Forum, professionals met een duurzame inborst, van alle leeftijden, vrienden uit binnen- en buitenland, die sinds 2010 jaarlijks graag bij hem op zijn eiland te gast waren om, in de geest van Wouter, inspiratie te vinden in de natuur en elkaar. Om zich te laven aan de nieuwste inzichten ten aanzien van verduurzaming, waaruit weer vernieuwing ontstaat.
Het proefschrift van zijn oom dr. J.W. van Dieren, vertrouweling van Jac . P. Thijsse, over de ecologie van Terschelling is vormend geweest voor Wouters visie op de verhouding tussen natuur en economie. Deze komt tot uitdrukking in zijn jarenlange streven naar een “rijk en duurzaam Waddengebied voor mens en natuur.” Het is een holistisch, geïntegreerd wereldbeeld. Wouter staat tussen, aan de ene kant, de ecomodernisten, die weliswaar de afhankelijkheid van natuurlijke hulpbronnen erkennen, maar – het woord ‘hulpbronnen’ zegt het al – niet loskomen van de mens als optimaal gebruiker van de natuur waarover hij meester is, en aan de andere kant de fundamenteel ecologisten, voor wie het welbevinden van de mens ondergeschikt is aan de rijkdom van de natuur zelf. Door een humanistische systeembril ziet Wouter de wisselwerking tussen mens en natuur, een dynamische symbiose van geven en nemen, als een dans die pas kan vervoeren als beide partners in vorm zijn; de eigenwaarde van elk bestaat bij de gratie van de ander. Boektitels Natuur is duur (1977), Help wij zijn ontwikkeld (1977), De natuur telt ook mee (1995, het Club van Rome-rapport over het duurzaam nationaal inkomen) en New green deal (2009) geven er blijk van.
Van oom Wout tot Springtij, van de Waddenbodem tot het mondiale klimaat, het beeld van de wereld als een complex van dynamische systemen loopt als een rode draad door zijn werk. Je kunt je voorstellen hoe het resoneerde toen hij in 1970 als jonge tv-maker in Amerika het Limits to growth-team ontmoette, dat net een studie voor de Club van Rome aan het afronden was, en dit denken voor het eerst expliciet geformaliseerd zag in het World3-computermodel. Economie, natuurlijke bronnen en maatschappij geïntegreerd tot één ingenieus, gesloten, samenhangend systeem. Het kon worden ‘doorgerekend’ met computers, een noviteit. Daaruit bleek dat het systeem, indien overgeleverd aan zichzelf, leidt tot uitputting van de draagkracht en ineenstorting van bevolking en productie. “Jullie hebben dynamiet in handen!,” vertelde Wouter de jonge onderzoekers. Hij kreeg een kopie van het conceptrapport mee. Terug in Nederland gebruikte hij zijn strategische en communicatieve talenten om, in een één-tweetje met Willem Oltmans, de geruchtenmolen zijn werk te laten doen. Met succes. Alle kranten schreven erover; Limits to growth katapulteerde milieu en duurzaamheid, pats boem, de politieke arena in. Het rapport werd vertaald in meer dan vijftig talen en ging miljoenen keren over de toonbank. Sindsdien gaf hij er duizenden lezingen en interviews over. Een levenswerk.
Updates van Limits to growth zijn verschenen in 1992 en 2004. Ondanks nieuwe data en een enorme toename in computerkracht bleef de kernconclusie onveranderd. Het feit dat vandaag de dag Limits to growth nog veelvuldig aangehaald wordt, in zowel lovende als kritische zin, geeft aan dat de donkere wolken die het standaardscenario schildert meer dan veertig jaar na dato nog niet zijn geweken. Integendeel, de waarnemingen van de kernparameters – bevolking, grondstoffen, voedsel- en industriële productie en vervuiling – blijken verbazingwekkend nauwkeurig de curves uit het originele rapport te volgen.
Wouter werd mister Club van Rome in Nederland en Europa en een carrière als milieuvoorman was gelanceerd. Hij maakte de eerste tv-programma’s over het milieu en stond aan de basis van acties tegen de afsluiting van de Oosterschelde, plannen om (delen) van de Waddenzee in te polderen en om de Markerwaard droog te leggen. Hij was mede-oprichter van Milieudefensie (1970), de Bezinningsgroep Energie (1974), en het Centrum voor Energiebesparing (CE) in Delft (1979). Om de systeemdynamica van het World3-model en zijn ideeën over het maatschappelijk discours als veranderproces in te kunnen zetten werd de Stichting Toegepaste Ecologie (STE) opgericht, die in 1985 overging in het Instituut voor Milieu- en Systeemanalyse (IMSA).
Wouter werd duurzaam ondernemer. Ook dat was nieuw. Hij zocht de kritische samenwerking met bedrijven als Unilever, Akzo, Shell, Procter & Gamble en Philips. Er volgden tientallen jaren van advieswerk voor grote bedrijven in binnen- en buitenland, van landbouw tot energie. In honderden projecten ontwikkelden Wouter en zijn team van ca. 25 onderzoekers en adviseurs tal van innovatieve, groene concepten en modellen voor beter milieumanagement. Hij heulde met de vijand, vonden zijn groene vrienden. Maar hij bleek zijn tijd vooruit; zelfs doorgaans militante milieugroeperingen gaan tegenwoordig de samenwerking met hun ‘vijanden’ aan, getuige bijvoorbeeld het convenant Tweede Maasvlakte tussen Havenbedrijf Rotterdam en Milieudefensie (2009) en het SER-Energieakkoord (2013).
De milieuman die de board rooms frequenteerde bleef terugkomen naar zijn geliefde Waddenzee. Daar verrichte hij zijn meesterwerk: de ommekeer van het Waddenzeebeleid in de jaren 2000-2008. De jonge scholletjes die hij als kind op het strand pleegde te vangen waren verdwenen, het Wad verkeerde in een ecologische crisis en de milieubeweging was ineffectief. Toen de NAM zijn oog op het aardgas onder de Waddenzee liet vallen zag Wouter een kans. Al zijn communicatieve en strategische ervaring en kennis sprak hij aan om een serie maatschappelijke en wetenschappelijke innovaties te ontwerpen. Met de beste Waddenwetenschappers ontwikkelde hij het unieke Cascademodel. Dat bracht voor het eerst één coherent perspectief op de Waddenzee als systeem van onderling afhankelijke natuurlijke en economische processen in beeld en maakte de politieke weg vrij voor het Waddenfonds van € 800 miljoen en de Waddenacademie als kenniscentrum ten behoeve van een betere besluitvorming.
In 2006 bereikte hij de pensioengerechtigde leeftijd. Het nieuwe Waddenbeleid stond in de steigers en werd gezien als de kroon op een leven lang milieu-pionierswerk. Staatssecretaris Pieter van Geel reikte hem de onderscheiding Officier in de orde van Oranje Nassau uit en hij ontving de Rachel Carson-prijs van de Vereniging Voor Milieuprofessionals voor veertig jaar in de groene frontlinie. Die linie was sinds het verschijnen van Rachel Carsons Silent Spring (Dode lente) in 1968, het jaar dat het begin van Wouters groene strijd markeert, enorm opgeschoven. Zoals hij zegt: “Toen ik begon was er niets. Geen beleid, geen wetgeving, geen techniek, geen vakgroep, geen databases. Het land en het water stonken. Verspilling was regel. Afval werd gedumpt. Je kan het je nu niet meer voorstellen. Er stond daar die hoge berg die moest worden beklommen. En dat deden we.” In 2012 ontvangt hij de WWF Award for Conservation Merit, een eer die niet velen te beurt valt. En nadat hij in 1991 ook Full Member wordt van de Club van Rome lijft ook de World Academy of Art en Science hem in.
In inmiddels bijna vijftig jaren milieuwerk publiceerde Wouter honderden artikelen en tientallen boeken. Wie onzin verkoopt in de krant – en dat komt nogal eens voor – kan op een scherpe ingezonden brief rekenen. In zijn vileine pen herken je Godfried Bomans, Wouters eerste mentor, wiens tv-programma’s hij produceerde als jonge maker bij de NCRV.
“Omstreden” of “controversieel” is een veelgebruikte typering voor de man die ook verliezen heeft moeten incasseren en telkens weer tegenstand moest overwinnen. Wouter spreekt dat niet tegen. Het is hem niet te doen om de controverse zelf, maar die is nu eenmaal een conditio sine qua non, en daarmee een indicator van vernieuwing. “Alleen als je tegen de stroom in zwemt kom je bij de bron,” vertelde hij een journalist. Dat je je dan soms vergaloppeert is onvermijdelijk. Na vele publicaties en enkele documentaires over woestijnvorming besluit hij in 1996 zelf de ontwikkeling van zilte landbouw ter hand te nemen. Het concept is dan nog nieuw: in plaats van het oprukkende zout met het schaarse zoetwater buiten te houden schakelen we over op zouttolerante gewassen. Vanuit een organisatie in Arizona worden proefvelden in Noord Mexico opgezet. Na jaren van experimenteren met fondsen van o.a. de Europese Commissie, Postcodeloterij, WWF en Shell, is een wereldwijde wetenschappelijke saline infrastructuur gegroeid. Een groot inhoudelijk succes! Niettemin wordt de financiële erven last uiteindelijk te zwaar; in 2015 bezwijkt IMSA, en daarmee verdampt ook zijn pensioenvoorziening.
Van pensioen wil hij overigens nog immer niet weten. Hoe kan hij ook? Het werk is niet af – de scholletjes zijn nog niet terug -, de vraag blijft, en onverminderd vloeien de ideeën. Wouter staat midden in het discours over de schone revolutie in de energievoorziening en de rol van Nederlands gas daarin, maakt zich sterk om afgeschreven boorplatforms te benutten voor een ecologische impuls voor de Noordzee, en is onmisbaar om de onophoudelijke ontwikkelingen rond het Wad naar duurzame wateren te leiden. Hij is founding father van het Springtij Forum. Dat is na negen edities een waar instituut geworden, voor vele deelnemers het jaarlijkse ijkpunt. Een totaalevenement dat in Europa geen equivalent kent. Daar ontstaat elk jaar weer een dynamiek van kennis en ervaringen, stromen en terugkoppelingen tussen generaties, tussen disciplines, tussen analyse en ideeën. Aan zijn indrukwekkende erelijst werd onlangs een wel heel bijzondere uitverkiezing toegevoegd. In 2016 bestaat Vrij Nederland 75 jaar, ter gelegenheid waarvan het blad een lijst publiceert van 75 mensen die in die 75 jaar Het Verschil hebben gemaakt. Wouter is één van hen, temidden van grootheden als Mies Bouwman, Annie M.G. Schmidt, Jan Tinbergen, Hendrik Casimir, Sicco Mansholt en Hans van Mierlo – schrijvers, kunstenaars, politici, wetenschappers.
Inmiddels bestaat de Club van Rome 50 jaar en is een nieuw rapport verschenen: Come On. De titel past bij het tijdperk. En bij Wouter. Want volhardend gaat hij door. Met projecten, ideeën, creaties.
Er is nog veel te doen.
Tekst: Mark Olsthoorn